Onthulling Joods Kindermonument
Onthulling monument
Ieder mens heeft rechten. Deze rechten zijn vastgelegd in de Internationale Verklaring van de Rechten van de Mens. In deze verklaring staat bijvoorbeeld dat iedereen recht heeft op een gezond leven, op onderwijs en op een eigen geloof. Kinderen zijn ook mensen maar hebben extra bescherming nodig. Daarom zijn in 1989 de rechten van het kind apart opgeschreven, in het Verdrag van de Rechten van het Kind. In dit verdrag staat bijvoorbeeld dat alle kinderen het recht hebben om naar school te gaan, om te spelen, om een eigen geloof en cultuur te hebben, op bescherming bij oorlog, op een gezond leven en op een eigen mening. Iedereen vindt deze rechten zo belangrijk dat 20 november is uitgeroepen tot de Internationale Dag van de Rechten van het Kind.
Ook Den Haag staat op 20 november stil bij de rechten van het kind, in 2006 met de onthulling van het Joods Kinder Monument. Een kunstwerk én een speelobject waarmee we een speciale groep Haagse kinderen herdenken: 2061 Joodse, Roma en Sinti-kinderen uit Den Haag die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd. Veel van hen zijn vermoord, sommigen hebben de oorlog overleefd en zijn teruggekomen.
Het Joods Kindermonument is voor al deze kinderen, om hen niet te vergeten en om te beseffen dat wij nu in vrijheid kunnen spelen, leren, fietsen en reizen. Op het kunstwerk zijn de namen van 400 kinderen terug te vinden. Deze 400 namen staan symbool voor al deze omgekomen kinderen. Het Joods Kindermonument is er om al deze omgekomen kinderen te herdenken. En om te beseffen dat wat zij hebben meegemaakt nooit meer mag gebeuren! Het Verdrag van de Rechten van het Kind moet daar voor zorgen en 20 november is de dag waarop volwassenen en kinderen van nu dat bevestigen.